Koningshuis Denemarken

Thema’s > Koningshuis van Denemarken

Het Deense Koninklijke Huis kan worden herleid tot Gorm den Gamle en zijn zoon Harald I Blåtand. De laatstgenoemden kunnen met zekerheid worden gedateerd en worden gevestigd aangezien hij Denemarken verenigde.

De twee grote lijnen van het Deense Koninklijke Huis zijn het Huis van Oldenborg en het Huis van Glücksborg. De eerste vertegenwoordiger van het Huis van Oldenborg werd Koning in 1448, en de laatste Koning van het Huis van Oldenborg was Koning Frederik VII, aangezien hij geen erfgenaam aan de troon had. In 1863, werd de eerste vertegenwoordiger van het Huis van Glücksborg Koning. De huidige Koninklijke Familie is nog altijd directe nakomelingen van dit Koninklijke Huis.

ca. 935 – 940 Koning Gorm den Gamle

ca. 945 – 985 Koning Harald I Blåtand

De naam naar de Deense koning Harald Blatand (Blauwtand, in het Engels Bluetooth), heeft Denemarken en Noorwegen met elkaar verenigd. De koning dankt zijn bijnaam aan de grote hoeveelheden bosbessen die hij at. Bluetooth® draadloze technologie is naar deze koning genoemd en wordt toegepast in veel mobiele telefoons en PDA’s.
Toen de Bluetooth draadloze technologie werd gecreëerd was het doel om verschillende apparaten (gsm, pda, pc) te verenigen. In die geest van vereniging verwijst de naam dan ook naar deze beroemde Deens koning.

ca. 985 – 1014 Koning Svend I Tsvegkæg

1014-1018 Koning Harald II

1018-1035 Koning Knud I den Store

1035-1042 Koning Hardeknud

1042-1047 Koning Magnus den Gode

1047-1074 Koning Svend II Estridsen zat op de troon tijdens de overgang van de Viking naar de feodale samenleving. Toen hij aan de macht kwam, was de koninklijke opvolging grotendeels in handen van dedingen, de lokale vergaderingen van vrije mannen, die ook over verschillende kwesties wetten uitvaardigden

1074-1080 Koning Harald III Hen. Vijf van Sweyns zonen volgden elkaar op op de troon in korte tijd. Hun regering werd gekenmerkt door conflicten over de omvang van de macht van de koning, en zowel Knoet als Niels werden vermoord. 
1080-1086 Koning Knud II Soms ook Knud IV (den Hellige)
1086-1095 Koning Oluf I of Oluf III Hunger
1095-1103 Koning Erik I Ejegod
1103-1134 Koning Niels

1134-1137 Koning Erik II Emune

1137-1146 Koning Erik III Lam

Ca. 1140-1143 Koning Oluf II

1146-1157 Koning Svend III

1146-1157 Koning Knud III of Knud V

1157-1182 Koning Valdemar I den Store Na langdurige strijd heeft een van deze kanshebbers,Valdemar I (de Grote) werd in 1157 erkend als de enige koning. Valdemar erkende aanvankelijk de heilige Romeinse keizer Frederik I (Barbarossa) als zijn opperheer, maar verwierp later de relatie en benadrukte daarmee de onafhankelijkheid van het Deense koninkrijk. Valdemars regering (1157-1182) werd gevolgd door die van verschillende andere sterke heersers.

1182-1202 Koning Knud IV of Knud VI den Sjette

1202-1241 Koning Valdemar II Sejrm, zoon van Valdemar I, ook wel “de zegevierende”. Tijdens het bewind van Valdemar II verschenen twee essentiële werken: een wetboek en het Jordebog (“Landboek”), een kadaster. Daarnaast is er een parlement, dehof , opgericht door de hoge prelaten en aristocraten als een tegenwicht tegen koninklijk machtsmisbruik; het kwam met korte tussenpozen bijeen en fungeerde tevens als hoogste gerechtshof. Na de dood van Valdemar II vielen vrede en stabiliteit uiteen. Machtsgeschillen culmineerden in twee gevallen van koningsmoord: koning Erik IV (Plowpenny) werd vermoord in 1250 en koning Erik V (Glipping of Klipping) in 1286.

1241-1250 Koning Erik IV Plovpenning

1250-1252 Koning Abel

1252-1259 Koning Christoffer I

1259-1286 Koning Erik V Glipping Tijdens het bewind van Erik V, in 1282, slaagde de adel erin de macht van de koning formeel te beperken. Een charter tussen de grote Deense heren en de koning erkende de macht van de heren in ruil voor hun steun aan de vorst. Het verbood de koning om edelen louter op verdenking gevangen te zetten en dwong de koning ook een jaarlijkse vergadering van het hof bijeen te roepen . Dit document (de haandfaestning ) kan worden gezien als de eerste grondwet van Denemarken – zij het, net als de Magna Carta in Engeland , een feodale en geen democratische grondwet. Het handvest resulteerde inderdaad in een machtsverlies.

1286-1319 Koning Erik VI Menved

1320-1326 Koning Christoffer II

1326-1330 Koning Valdemar III

1330-1332 Koning Christoffer II

1340-1375 Koning Valdemar IV Atterdag

1376-1387 Koning Oluf III

1387-1397 Koningin Margrethe I

1397-1439 Koning Erik VII af Pommern

1440-1448 Koning Christoffer III af Bayern

1448-1481 Koning Christian I De twee grote lijnen van het Deense Koninklijke Huis zijn het Huis van Oldenborg en het Huis van Glücksborg. De eerste vertegenwoordiger van het Huis van Oldenborg werd Koning in 1448, en de laatste Koning van het Huis van Oldenborg was Koning Frederik VII.

1481-1513 Koning Johan II of Hans

1513-1523 Koning Christian II

1523-1533 Koning Frederik I

1534-1559 Koning Christian III

1559-1588 Koning Frederik II

1588-1648 Koning Christian IV

1648-1670 Koning Frederik III

1670-1699 Koning Christian V

1699-1730 Koning Frederik IV

1730-1746 Koning Christian VI

1746-1766 Koning Frederik V

1766-1808 Koning Christian VII

Koning Frederik VI van Denemarken
Koning Frederik VI van Denemarken

1808-1839 Koning Frederik VI

Koning Christian VIII
Koning Christian VIII

1839-1848 Koning Christian VIII

  • 1848-1863 Koning Frederik VII  De laatste Koning van het Huis van Oldenborg was Koning Frederik VII, aangezien hij geen erfgenaam aan de troon had.
  • 1863-1906 Koning Christian IX
Koning Christian IX
Koning Christian IX

In 1863, werd de eerste vertegenwoordiger van het Huis van Glücksborg Koning. Toen het duidelijk werd dat Frederik VII geen erfgenaam aan de troon zou hebben, aanvaardden de grote mogendheden met het Verdrag van Londen in 1852 dat de troon van Denemarken aan zijn familielid, de Prins van Glücksborg overging, die tot een tak van het Koninklijke Huis van Oldenburg behoorde. Overeenkomstig het Akte van Successie van 1853, werd hij officieel benoemd als opvolger aan de troon.
De huidige Koninklijke Familie is nog altijd directe nakomelingen van dit Koninklijke Huis.

  • 1906-1912  Koning Frederik VIII
Frederik VIII
Frederik VIII

Toen zijn vader in 1863 Koning werd, ging Kroonprins Frederik in de Raad van de Staten, waar hij actief het vruchteloze verzet van de Koning tegen de Grondwet van November steunde. Behalve dit, werd hij in het algemeen verminderd tot de rol van een passieve toeschouwer tijdens zijn 43 jaar als Kroonprins omdat de Koning hem bijna constant van staatszaken weghield.
Na de dood van zijn vader in 1906, kwam Frederik VIII op de troon op de leeftijd van 63 jaar. Hij was bijzonder geïnteresseerd in de defensie vanwege de toenemende dreiging van de grote oorlog. De halfslachtige defensieovereenkomst van 1909 was daarom een grote teleurstelling voor hem.

  • 1912-1947 Koning Christian X
Christian X
Christian X
  • 1947-1972 Koning Frederik IX
Frederik IX
Frederik IX
  • 1972- Koningin Margrethe II
Koningin Megrethe II van Denemarken
Koningin Megrethe II van Denemarken
Kroonprins Frederik X van Denemarken
Kroonprins Frederik X van Denemarken

Het Staatshoofd is momenteel Koningin Margrethe (sinds 14 januari 1972). Zij zal worden opgevolgd door haar zoon Kroonprins Frederik X .Frederik werd geboren op 26 mei 1968. In 2000 leerde hij zijn aanstaande vrouw Mary Elizabeth kennen tijdens de Olympische Spelen in Sydney. Vier jaar later trouwden ze. Inmiddels hebben ze twee kinderen.

Prins Joachim met Marie Cavallier trouwden op 24 mei 2008 in de kerk van Møgeltønder, in het zuiden van Denemarken. De toen 38-jarige Deense prins is de jongste zoon van koningin Margrethe en prins Henrik. Na kroonprins Frederik en diens kinderen is Joachim de vierde in de lijn van troonopvolging. Eerder was Joachim getrouwd met de in Hong Kong geboren Alexandra Manley, met wie hij twee kinderen heeft: prins Nikolai (8) en prins Felix (5).

Bronnen:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *