Economie

Thema’s > Economie

Hoewel Denemarken niet meedoet aan de Europese Monetaire Unie (EMU), staat het economische beleid van de Deense regering de laatste jaren vrijwel geheel in het teken van de Europese afspraken zoals die zijn gemaakt bij het Verdrag van Maastricht en de daarop volgende wijzigingsbepalingen. Formeel gezien is de Deense economie volledig voorbereid op de EMU en voldoet die al een aantal jaren aan de EMU-criteria. Bij referenda in 1992 en 1993 heeft de Deense bevolking (met een kleine meerderheid) laten blijken het Verdrag van Maastricht alleen te kunnen accepteren als Denemarken buiten de EMU (en buiten een aantal andere punten in het Verdrag) blijft. Bij een referendum in september 2000 heeft de Deense bevolking opnieuw tegenstand tegen de Europese munt getoond door tegen (“Nej”) een Deense toetreding tot de EMU te stemmen (tegen opheffing van de Deense “opt-out”).

Productiesectoren: 
3 % van de Denen is werkzaam in de landbouw en 26 % heeft werk in de industriële sector. De belangrijkste sector in Denemarken is de dienstensector waarin 71 % van de bevolking werkzaam is.

Ook al werken slechts weinig mensen in de landbouw, toch is het een belangrijke sector voor Denemarken, aangezien de Deense export grotendeels bestaat uit landbouwproducten. 10,8 % van het Deense grondgebied bestaat uit bossen. Een groot gedeelte hiervan is te vinden op Jutland. De jaarlijkse houtkap bedraagt ongeveer 2,0 miljoen km3.
Na Nederland is Denemarken het belangrijkste productieland van bloemen en planten in Europa. Deense kwekers onderscheiden zich in kwaliteit en potmaat. Bekende producten uit Denemarken zijn Campanula’s, Potrozen en Hibiscussen.

De mijnbouw is in Denemarken niet van groot belang: hij vormt minder dan 1 % van het BBP. Andere energievormen zijn daarentegen belangrijker. Door de ontwikkeling van de olie- en gasvelden sinds de jaren ‘70 kan Denemarken in ruim 70 % van zijn eigen energiebehoefte voorzien.

In de industriële sector komen vooral kleinschalige bedrijven voor. De belangrijkste industrieën zijn: de chemische industrie (vooral farmaceutica), de voedings- en genotmiddelenindustrie, de hout- en meubelindustrie en de machinebouw. Veel industrie is te vinden rondom de grote steden en in midden-Jutland, waar de afgelopen jaren een sterke industriële uitbreiding heeft plaatsgevonden.

Import
Import van Denemarken in 2002: 47,9 miljard euro.

Belangrijkste importlanden in 2001: Duitsland, Zweden, Nederland en het Verenigd Koninkrijk

Export 
Denemarken kent een aantal bedrijven van wereldformaat binnen haar grenzen. Zo is de bierbrouwerij Carlsberg-Tuborg één van de grootste ter wereld. Het farmaceutische bedrijf Novo Nordisk, de ramenfabriek Velux en de bedrijvengroep Maersk, de hightech firma Bang& Olufsen zijn andere voorbeelden.
Export van Denemarken in 2002: 56,3 miljard euro.
Belangrijkste exportpartners: Duitsland, Zweden, Verenigd Koninkrijk, Nederland.

Infrastructuur:
In 2003 had Denemarken 3164 km spoorweg en 71591 km wegen.
Denemarken heeft één internationale luchthaven: Kopenhagen. De scheepvaart is van oudsher zeer belangrijk in Denemarken. Belangrijke havens zijn: Kopenhagen, Kalundborg, Stigsnaes, Fredericia, Aarhus en Esbjerg. De Storå, Skjern Å, Varde Å, Gudenå en Kongeå zijn belangrijke Deense rivieren.

Beroepsbevolking
De beroepsbevolking was in 2000 2,856 miljoen.

Werkloosheid
Denemarken kende in 2002 een werkloosheid van 5,1 % van de beroepsbevolking. In november 2007 kende Denemarken slechts een werkloosheid van 3,3%. Denemarken was daarmee het land met de minste werkloosheid binnen de dertig rijkste landen ter wereld.

(Bron: EVD, Eurostat en CIA 2004, Indexmundi 2004, IntermediairPW)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *