Geschiedenis Denemarken

Thema’s > Geschiedenis

Uit oude vondsten kan je zien dat in Denemarken al heel vroeg in de oertijd (ongeveer 100.000 jaar geleden) mensen hebben gewoond. Er is bijvoorbeeld een lang geleden uitgestorven oeros gevonden met stenen pijlpunten tussen de botten.

Tussen de jaren 800 en 1000 voeren Deense Vikingen met schepen naar het westen en zuiden van Europa. Hun lange smalle schepen hadden 2 rijen roeiers en een groot vierkant zeil.

De kleine eilandjes van Denemarken voerden lange tijd een strijd tegen elkaar om de macht. Daar kwam een einde aan, toen Gorm de Oude in het jaar 900 alle staatjes met elkaar verenigde. Hij werd de stichter van het Deense koninkrijk Dannevirke (Denemarken).

Denemarken is het oudste Koninkrijk van ons continent. Het drukte als centrum van de Vikingencultuur enkele eeuwen lang zijn stempel op vroeg Middeleeuws Europa. In de 10e eeuw werd het land een christelijk Koninkrijk dat de dominerende macht werd in Noord-Europa en de Noord-Atlantische wereld. Hoogtepunt van dit Koninkrijk was de door Koningin Margrethe I opgelegde Unie van Kalmar (1397) waarbij Denemarken haar overwicht bekrachtigd zag over alle noordelijke gebieden.

Vanaf het begin van de 16e eeuw daalde de macht van Denemarken, terwijl gelijktijdig de ster van het voorheen ondergeschikte Zweden (aanvankelijk nog beperkt tot het huidige Noord-Zweden) steeg. Tot de Napoleontische tijd werden talloze oorlogen gevoerd tussen beide landen om de macht en de toegang tot de Baltische Zee, wisselend gesteund door de Republiek der Verenigde Nederlanden. 

In de Napoleontische tijd koos Denemarken de zijde van het Franse kamp met noodlottige gevolgen: twee bombardementen van Kopenhagen en in 1814 het verlies van Noorwegen aan Zweden. In 1864 verloor het na twee korte oorlogen met Pruisen bovendien de Duitstalige Hertogdommen Sleeswijk, Holstein en Lauenburg. De kleine rompstaat die overbleef wijdde zich vervolgens aan de opbouw van een moderne rechtstaat en een voorspoedig groeiende volkshuishouding, waarbij reeds in een vroeg stadium de grondslag werd gelegd voor een nationaal sociaal zekerheidsstelsel.

In de Eerste Wereldoorlog bleef Denemarken neutraal. In de Tweede Wereldoorlog daarentegen werd het door Duitsland bezet. De Deense regering heeft zich, niet tot ieders tevredenheid, nauwelijks of niet tegen de inval van Duitsland met militaire middelen willen verzetten. Vanaf 1930 is het land in hoofdzaak bestuurd door regeringen van overwegend sociaal-democratische signatuur. Die hebben in belangrijke mate bijgedragen tot de vorming van het huidige Denemarken: een hoogontwikkelde democratie met een zeer hoge levensstandaard, goede sociale voorzieningen, maar daardoor ook een hoog belastingniveau.

Na de 2de Wereldoorlog werd Denemarken lid van de NAVO (Noord Atlantische Verdragsorganisatie) en de EU (Europese Unie).

In de jaren ’50 en ’60 van de 20e eeuw zorgde een coalitie van de Sociaal-Democraten en de Sociaal-Liberalen, in samenwerking met de vakbonden en wat kleinere partijen, voor een progressief belastingsysteem en een vergaande hervorming van het stelsel van sociale zekerheid. In de jaren ’70 had Denemarken een gevarieerde economie, een hoge levensstandaard, goede sociale voorzieningen en een samenhangende samenleving. In 1973 trad Denemarken toe tot de toenmalige EEG.

In 1982 trad de Sociaal-Democratische regering af, om plaats te maken voor een centrumrechtse coalitie onder leiding van Poul Schluter van de Conservatieve Volks Partij. Deze zou het land de hierop volgende 12 jaar leiden. In 1993 herwonnen de Sociaal-democraten de macht, die zij behielden tot de verkiezingen van 20 november 2001, waarin zij met grote cijfers verslagen werden door de liberale/conservatieve oppositie.

Sinds 27 september 2001 regeert een minderheidskabinet van de Liberale Partij (Venstre)  en de Conservatieve Partij onder leiding van premier Anders Fogh Rasmussen (Venstre)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *